Dieetadviezen bij de ziekte van Parkinson
Gepubliceerd door Irene van der Vuurst in Dieetcoach · 9 juni 2021
Recent is de biomedische wetenschapper Florence Baert in Leuven aan de Katholieke Universiteit gepromoveerd op een onderzoek naar de voedingstoestand van mensen met Parkinson. Haar conclusie is dat dieetadviezen kunnen leiden tot een betere voedingstoestand en symptoomverlichting.
De
ziekte van Parkinson, genoemd naar de Engelse arts James Parkinson is een
hersenziekte waarbij zenuwcellen langzaam afsterven. Met name de zenuwcellen die
het hormoon dopamine maken, sterven af. Door een tekort aan dopamine gaan de
hersenkernen die betrokken zijn bij de centrale bewegingen slechter
functioneren. De gevolgen hiervan zijn langzaam en weinig bewegen, trillen,
voorovergebogen lopen en stijve spieren. Naast de bovengenoemde symptomen
kunnen een breed scala aan andere klachten optreden zoals trager denken,
verminderde reuk, slaapstoornissen, obstipatie, stemmingsproblemen en
verandering van seksuele behoeften. Maar deze symptomen treden lang niet bij
alle patiënten op. Daarnaast verschilt de ernst van de klachten en het beloop
van de ziekte van patiënt tot patiënt. De oorzaak van de ziekte van Parkinson
is nog niet bekend. De medicamenteuze behandeling van de ziekte van Parkinson
bestaat vooral uit levodopa en dopamine agonisten. Deze medicijnen vullen het
tekort van dopamine aan of stimuleren de dopamine receptoren. Bij het gebruik
van levodopa kan de werkzaamheid in de loop van de jaren gaan wisselen
(zogenaamde responsfluctuaties). Hier worden vaak weer andere medicijnen of
verhoging van de medicatie voor ingezet. Maar ook met maatregelen in de voeding
kunt u hier invloed op uitoefenen. De eiwitten in de voeding gaan namelijk een
competitie aan met de medicatie. Bij te grote eiwitinname werkt de levodopa
minder goed. Bij een betere of andere verdeling van de eiwitten over de dag
kunnen de responsfluctuaties soms verbeteren. Wetenschapper Baert vond dat
darmbacteriën (het microbioom genoemd) een effect hebben op het verloop van de
ziekte. Het microbioom van Parkinsonpatiënten verschilt namelijk van dat van
gezonde vrijwilligers. Parkinsonpatiënten hebben veel minder bacteriën die korteketenvetzuur
boterzuur maken. Een hogere boterzuurproductie kan de motorische symptomen verbeteren
en ontstekingen verminderen. Baert onderzocht het effect van verschillende
vezelsupplementen en van de vezelfractie van diverse groenten (o.a. schorseneren,
paddenstoelen, witlof) op de korteketenvetzuurproductie bij mensen met
Parkinson en gezonde vrijwilligers van dezelfde leeftijd. Volgens Baert kan de
inname van extra voedingsvezels een veelbelovende toepassing zijn bij de
behandeling van symptomen bij Parkinson! Nog een extra reden dus voor de
Parkinsonpatiënt om de voeding eens met een diëtist door te nemen. Baert gaf
ook aan dat er hulp nodig is bij slikproblemen. Zelf heb ik in mijn Parkinson
studie nog adviezen gekregen over de begeleiding bij ondergewicht of juist
overgewicht en natuurlijk ook over al bovengenoemde punten. Wilt
u meer weten? Neem dan contact met ons op!