Sarcopene obesitas, sarco wattes?

Ik kan mij voorstellen dat je denkt sarcopenie wat is dat nou weer. Bij sarcopenie wordt een  buikje zichtbaar en neemt de spiermassa af. Vaak gaat dit gepaard met overgewicht of obesitas, maar dat hoeft niet. Bij sarcopenie verliezen wij spierkracht en gaat onze spierfunctie achteruit.  

De combinatie van sarcopenie en obesitas wordt sarcopene obesitas (SO) genoemd. Recent is hier een goede diagnosestelling voor ontwikkeld. Mensen met een verdenking van SO worden eerst onderzocht qua middelomtrek en/of een verhoogde BMI. Dit laatste houdt in dat de gewicht/lengte verhouding duidt op obesitas. We spreken van obesitas bij een BMI hoger dan 30 kg/m2. Je rekent het uit door je gewicht in kilogrammen te delen door je lichaamslengte in meters2.. Bijvoorbeeld bij 65 kilo en 1.74 m lichaamslengte is de BMI 65 : (1.74)2 . Dit is 21.85 kg/m2. Inderdaad dit is mijn BMI. Zou ik 95 kilo wegen, dan zou mijn BMI bij obesitas horen, namelijk 31,9 kg/m2. Daarbij geeft ook de middelomtrek een indicatie. Een middelomtrek bij vrouwen boven de 88 cm geeft obesitas aan. Bij mannen is dit boven de 102 cm. Bij mannen reken je de BMI op dezelfde wijze uit. Een tweede meting om te bepalen of je SO hebt , bestaat uit een vragenlijst en/of klinische symptomen. Hierbij wordt eerst getest of er veranderde kracht van de skeletspierenaanwezig is. Dit wordt getest via de knijpkracht, kniestrekkracht of een zit-sta-test. De uitkomsten worden vergeleken met de afkapwaarden van gezonde mensen. Als deze test aanwijzingen geeft voor SO, dan wordt gekeken naar lichaamssamenstelling. Er wordt gemeten met DXA of BIA meting. In beide gevallen wordt de werkelijke hoeveelheid lichaamsvet gemeten. Hierbij is een DXA meting wel betrouwbaarder. Om SO vast te stellen moet er zowel een toename in vetmassa als een afname in spiermassa te zien zijn. Tot slot kan de ernst van de aandoening vastgesteld worden. Bij klasse I zijn er geen complicaties. Bij klasse II is er minimaal 1 complicatie die toe te schrijven is aan de veranderde lichaamssamenstelling en de spierparameters. Hierbij kun je denken aan hart- en vaatproblemen, longfalen, te hoog cholesterolgehalte, diabetes type 2 of een te hoge bloeddruk. Maar ook beperkingen door de afname van de spiermassa vallen hieronder. Nu zul je misschien denken dat dit allemaal niet zo vaak voor komt, maar dat valt tegen. Volgens dr. Gert Schuitemaker, (niet praktiserend) apotheker en doctor in de Geneeskunde staan we staan op de drempel van een epidemie. Sarcopenie kan op latere leeftijd leiden tot moeilijk opstaan uit de stoel, aangewezen zijn op een rollator en een sterk verhoogde kans op vallen en botbreuken. Bij inactieve mensen voltrekt sarcopenie zich al vanaf hun dertigste levensjaar!! Bij een normale veroudering gaat tussen de 50 en 70 jaar jaarlijks een half tot twee procent van de spiermassa verloren. Op hogere leeftijd verloopt het verlies aan spiermassa nog sneller. Veel mensen zien als oplossing een afslankdieet. Maar pas op, dit kan helemaal averechts werken. Minder calorieën betekent in de meeste gevallen ook minder eiwitten, minder vitaminen en minder mineralen. Dit werkt het “verval” nog verder in de hand. Lichaamsbeweging, vooral krachttraining, is nodig. En daarbij voldoende eiwitten in de voeding. Eiwitrijke voeding bestaat uit vis, vlees, eieren, zuivel, noten en peulvruchten. Een eetpatroon dat hier heel goed bij past, is een milde koolhydraatbeperking. Dit eetpatroon bevat, mits goed uitgevoerd, meer eiwitten dan een gemiddelde voeding en maakt gebruik van de juiste vetzuren. Een milde koolhydraatbeperking is voor de rest van je leven vol te houden en niet slechts een te streng en tijdelijk afslankdieet. Wil je meer weten? Neem dan contact met ons op! De diëtist wordt vergoed vanuit de basisverzekering en je hebt  geen verwijzing (meer) nodig.