Kalium mag het een beetje meer zijn

Uit de recentste voedselconsumptie peiling komt ook dat de inname van kalium uit voedingsmiddelen in Nederland aan het dalen is. Momenteel krijgen we gemiddeld 3042 mg/dag binnen. Sinds 2010 is de dagelijkse gemiddelde inname met 250 mg gedaald. Dat is niet wenselijk want kalium houdt ons, vooral bij een te hoge natrium inname (lees zout inname), gezond.

Kalium werkt samen met natrium om de waterbalans in jouw lichaam te reguleren. Kalium zit in onze lichaamscellen. Het trekt het vocht door de celwand heen de cellen in. Natrium bevindt zich vooral buiten de cellen en trekt het vocht naar buiten. Hierdoor gaat de bloeddruk omhoog en gaan we vocht vasthouden. Kalium zat vanuit de oertijd bezien meer in onze voeding dan natrium. Hierdoor heeft ons lichaam de neiging om kalium uit te scheiden en natrium vast te houden in ons lichaam. Dit geeft dan dus een hoge bloeddruk. Als er meer kalium in de voeding zit, heeft dit hierdoor een bloeddruk verlagend effect. Kalium normaliseert bovendien het hartritme en is onmisbaar voor jouw zenuwstelsel. Dit omdat het een rol heeft in de overdracht van zenuwimpulsen. Zo krijg je bijvoorbeeld jouw spieren in beweging. Verder voorkomt kalium verzuring van jouw lichaam, het bevordert het denkvermogen en het heeft een positieve invloed op allergieën. De belangrijkste bronnen van kalium in onze voeding, volgens de voedselconsumptie peiling, zijn zuivel en zuivelvervangers (17%), groenten (13%), vlees en vleesvervangers (12%), niet-alcoholische dranken (12%), fruit, noten en olijven (12%) en brood, granen, rijst en pasta (12%). Bij te weinig kalium in het lichaam ervaar je spierzwakte, een gevoel van zware spieren, spierspasmen, hartritmestoornissen, verstopping, een trage darmwerking, nervositeit en een onregelmatige pols. Een te hoge kaliumspiegel in het bloed ontstaat eigenlijk nooit omdat de nieren een overschot aan kalium makkelijk uitscheiden. Alleen bij onverwacht veel spierletsel of verbranding kan de kaliumspiegel oplopen. Dit komt dan doordat er ineens veel kalium vrijkomt. Als we meer groenten en fruit gaan eten zal de hoeveelheid kalium in onze voeding toenemen. Dat dit gunstig is, is hopelijk nu duidelijk geworden. Als laatste wil ik nog vertellen dat kalium ook nodig is om overschotten aan glucose in ons bloed om te zetten in glycogeen. Dit is een reservestof in onze lever en spieren. Het is bijvoorbeeld nodig bij een sprint naar de bus als je deze (bijna) ziet wegrijden. Als er geen glycogeen gevormd kan worden, zal het overschot aan glucose worden omgezet in vet. Bij een grote inname van glucose zal kalium in de cellen worden opgenomen en zo daalt het gehalte aan kalium in het bloed. Veel suikerrijk voedsel laat de kaliumspiegel van het bloed dus dalen. Dit kan ongunstig zijn. Ook teveel natrium laat de behoeft aan kalium toenemen. Dit omdat het lichaam een evenwicht nastreeft. Dus bij het vasthouden van vocht helpt goed drinken en het nemen van meer kalium om de vochtbalans te herstellen. Wil je meer weten? Neem dan contact met ons op!