Tandbederf
Gepubliceerd door Irene Kieftenburg in Dieetcoach · 30 oktober 2024
Bij het opruimen van mijn vakliteratuur kwam ik een interessant artikel over tandbederf tegen. Het deed mij denken aan de gezamenlijke scholing van begin dit jaar met de mondhygiënistes uit het Noorden. In die scholing werd ook aangegeven dat naast tandbederf ook steeds vaker tanderosie voor komt. Wat kun je hier zelf aan doen?
In Nederland heeft slechts een derde van de vijfjarigen en een kwart van de elfjarigen een gaaf gebit. Dit is jammer omdat het met de juiste voeding en gedragingen voorkomen kan worden. Tandbederf is dus een veelvoorkomende kinderziekte. Ik denk alleen niet dat veel mensen tandbederf als een kinderziekte zien. Het behandelen van tandbederf, het vullen van gaatjes in het gebit, is eigenlijk symptoombestrijding. Eigenlijk is tandbederf een ziekte die meerdere oorzaken kent. Het ontstaat altijd door zuren in het gebit. Deze zuren ontstaan als onze mondbacteriën van suikers (uit ons voedsel) een zuur maken. Deze suikers zitten trouwens niet alleen in de suiker uit de suikerpot. Ook brood, fruit en andere zetmeelbronnen bevatten deze “suikers”. Bij het ontstaan van tandbederf spelen genetische aanleg, omgevingsfactoren en leefstijl een rol. Bij genetische aanleg kun je denken aan het hebben van minder hard tandglazuur of minder speeksel. Tandglazuur lost overigens bij iedereen op bij een zuurgraad (pH) onder de 5,5. Iedere keer dat wij eten, daalt de zuurgrand in onze mond. Na het eten zorgt ons speeksel ervoor dat het zuur geen gaatjes in de tanden maakt. Het gaat er bij tandbederf dan met name om dat de hoeveelheid eetmomenten wordt teruggebracht naar maximaal zeven per dag. Dan kan het speeksel het gevormde zuur neutraliseren. Bij teveel eetmomenten lukt dit niet meer, want dat is er te weinig speeksel beschikbaar om het zuur weer “onschadelijk” te maken. Even voor de duidelijkheid: je proeft het zuur niet. Twee keer per dag poetsen met een fluoride houdende tandpasta helpt ook. Fluoride maakt het glazuur beter bestand tegen de inwerking van zuren. Als je het nog beter wilt doen, ga je ook flossen of stoken. Hierdoor worden ophopingen van voedsel tussen de tanden verwijderd en hebben de bacteriën het nakijken. Juist het kindergebit is extra gevoelig voor het ontstaan van tandbederf. In een kindergebit zijn nog minder bouwstoffen in het gebit ingebouwd die het tandglazuur sterker maken. Bij oudere kinderen wordt het glazuur juist vaak zwakker door tanderosie. Bij tanderosie lost het glazuur op door een zuur, gevolgd door of gecombineerd met mechanische wrijving op het glazuur. Deze wrijving ontstaat bijvoorbeeld bij tandenpoetsen of kauwen op voedsel. Tanderosie is de afgelopen jaren toegenomen. Dit heeft te maken met een veranderde leefstijl. We drinken meer zure (fris)dranken en sportdrank. Ook hierbij proef je niet dat de drank zuur is, mede doordat er veel suiker in zit om er een zoete smaak aan te geven. Juist doordat we de tanden meer reinigen, kan het zuur direct het tandglazuur aantasten. Tanderosie ontstaat dus juist op de gladde en schone tandoppervlakken. Dit komt doordat het drinken de tanden zuur maakt en men dan de tanden poetst of er iets bij eet, waardoor het kauwen wrijving geeft in het tandglazuur. Het tandglazuur is dan juist aangetast door de zure drank en kwetsbaar. Na het eten, is het dan belangrijk om een half uur te wachten met tanden poetsen. In de praktijk gaat dit vaak mis. Al met al is het dus best lastig om tandbederf en tanderosie te voorkomen. En bedenk dat deze tips ook voor het gezond houden van het volwassen gebit gelden…Wil je meer weten? Neem dan contact met ons op!